In gesprek en steun bieden

Het is altijd belangrijk om te blijven communiceren met je kind. Als het goed gaat maar ook als het niet goed gaat. Hoe je dat kunt doen lees je hieronder.

Wat kun je doen?

  • Belangrijk is dat je kind steun van jou ervaart: spreek die letterlijk uit. Zeg dat je trots bent op je kind, dat je van je kind houdt zoals het is en dat je je kind steunt in de zoektocht naar diens identiteit.
  • Blijf in gesprek: probeer het gesprek opnieuw te openen wanneer het stroef verloopt, eindigt met ruzie of wanneer je kind zich terugtrekt. Geef aan dat je er open voor staat, en erover door wilt praten, zo nodig op een ander, meer geschikt moment.
  • Luister en vraag door zodat je kind de gelegenheid krijgt om alles te vertellen. Je hoeft geen oplossing te bieden, steunen is voldoende.
  • Neem je kind serieus. Als het met zulke grote gevoelens bij je komt, heeft het daar waarschijnlijk lang over nagedacht.
  • Doe ook andere dingen samen dan praten. Samen tijd doorbrengen en er gewoon zijn is belangrijk. En tijdens een wandeling of klus is het soms makkelijker praten dan formeel rond de tafel.
  • Denk mee over de toekomst van je kind; wijs op rolmodellen en toon manieren waarop je kind zichzelf kan zijn.

Steun bieden vóór de coming out

Misschien is je kind van jongs af aan anders dan andere kinderen: je kind wil geen jongenskleren aan, of past niet goed in het plaatje van heteroseksualiteit. Of je kind speelt meer met speelgoed van de andere sekse. Dat betekent nog niet dat je kind gay, bi of transgender is, maar het kan wel.

Misschien vermoed je als ouder of verzorger dat je kind lesbisch, homo, bi, pan, non-binair of transgender is. Je kunt het steunen door al voor de puberteit te laten merken dat je er open voor staat, en het van jongs af aan bespreekbaar te maken in het gezin.

Daarvoor kun je:

  • homoseksualiteit/biseksualiteit als optie noemen als het over de liefde gaat;
  • transgender/non-binair noemen als het over mannelijkheid of vrouwelijkheid gaat;
  • berichten uit het nieuws die betrekking hebben op seksuele oriëntatie of genderidentiteit aan tafel bespreken;
  • rolmodellen zoals zangers, filmsterren of sporters, of iemand in de familie noemen die zichzelf zijn en succesvol;
  • je kind laten zijn wie het en het daarbij steunen en aanmoedigen.

Je kunt je kind ook voorzichtig vragen stellen. Bedenk dat jongeren pas wat aan hun ouders kwijt willen als ze honderd procent zeker zijn van hun gevoelens. Pubers praten niet makkelijk over intieme zaken met hun ouders. Dat betekent dat je voorzichtig moet zijn, en ruimte moet laten voor twijfel. ‘Je hoeft het niet zeker te weten, maar denk je wel eens dat…?’ Luister met liefde, maar geef ook ruimte aan je kind om zelf te ontdekken.

Lees ook: Kan ik het aan mijn kind zien?

Steun bieden bij de coming out

Coming out, uit de kast komen, betekent: vertellen aan je omgeving dat je homo, lesbisch, bi, pan, non-binair of transgender (LHBTI+) bent. Veel jongeren maken zich zorgen of hun ouders goed zullen reageren. Ze vinden het daarom heel spannend. Hoe kinderen uit de kast komen, kan verschillen. Sommige jongeren vragen er aandacht voor en zeggen het direct: ‘Pap, mam, ik moet jullie iets vertellen…’ Anderen laten een tijdschrift slingeren of vertellen het indirect. Ook kunnen ze vragen aan iemand anders om het te vertellen, omdat ze dat zelf niet goed durven. Ze kunnen ook een app, mail of brief schrijven.

Als jouw kind uit de kast komt, bedenk dan dat het voor je kind belangrijk is hoe je reageert. Misschien vermoedde je het al. Zeg dat dan ook: ‘Ik dacht het al.’ Als je het niet verwachtte, kan het je overdonderen. Je zag het niet aankomen, je had een ander beeld, of je maakt je zorgen dat je kind het zwaar krijgt. Bedenk dat je kind er waarschijnlijk al langer mee rondloopt, en ook de tijd heeft genomen om te wennen. Dat kun jij ook doen.

De meeste ouders accepteren het uiteindelijk wel. Omdat het spannend en belangrijk voor een kind is hoe je als ouder reageert, hier een paar tips:

  • Vertel je kind dat je het dapper en goed vindt dat het over zijn of haar gevoelens praat. Praten over gevoelens lucht enorm op.
  • Geef je kind de ruimte om alles te vertellen wat het kwijt wil én om te twijfelen. Twijfelen en zoeken mag: het hoort erbij.
  • Geef niet direct je mening en houd je zorgen voor je. Het gaat in eerste instantie om het gevoel van je kind, en niet om jouw gevoelens.
  • Maak geen probleem van homoseksualiteit, biseksualiteit of transgender. Geef aan dat het net zo normaal is als heteroseksualiteit, het komt alleen minder vaak voor.
  • Geef aan dat je van je kind houdt, ongeacht zijn of haar seksuele voorkeur of gender.
  • Begin niet over de problemen waar je kind mee te maken kan krijgen, zoals pesten of in elkaar geslagen worden of een fysiek zwaar behandeltraject (als het gaat over een transgender kind).
  • Gebruik geen woorden die je kind zelf niet gebruikt. Soms zegt een jongen bijvoorbeeld: ‘Ik val op jongens’, in plaats van ‘Ik ben homo’.
  • Vraag of je kind zich zorgen maakt, somber is, of zich eenzaam voelt. Vraag of je kind hulp heeft en vrienden die je kind accepteren.
  • Vraag naar pesten op school: heeft je kind hier last van? Zo ja, bied aan om samen met een docent, mentor of vertrouwenspersoon te gaan praten.
  • Geef aan dat het met dit gesprek niet afgelopen hoeft te zijn: zeg dat je er altijd over door wilt praten.
  • Ga samen op zoek naar informatie over seksuele voorkeur (Switchboard) of over gender (Transvisie)

Steun aan transgender kinderen

Sommige kinderen weten het al heel jong: hun uiterlijke kenmerken passen niet bij wie ze eigenlijk zijn. Bij de geboorte werden ze een jongen of een meisje genoemd, maar zelf geven ze aan dat niet te zijn. Ze zijn bijvoorbeeld juist een meisje in plaats van een jongen, of andersom. Er zijn ook kinderen die zich niet comfortabel voelen met de naam ‘jongen’ en ook niet met ‘meisje’: ze voelen zich allebei of geen van beide.

Hoe kun je je kind hierbij steunen?
 
Als je kind transgender is, kan dat al van jongs af aan betekenen dat je kind zich het liefst kleedt en gedraagt als een kind van de andere sekse. Je kind kan ook een andere naam willen en aangesproken willen worden met ‘hem’ in plaats van ‘haar’ of andersom, of met 'hen'. Dat de buitenwereld niet (zo snel) mee verandert, kan frustrerend zijn voor een kind. Voor het kind zelf kan het namelijk heel duidelijk zijn. Als ouder wil je je kind beschermen tegen negatieve reacties en teleurstelling. Dat kan voor uitdagingen zorgen.

Algemene tips

  • Probeer met je kind mee te gaan in het proces. Volg hierin het tempo van je kind. Uit onderzoek weten we namelijk dat een kind tegenwerken in de wens om in transitie te gaan en de genderidentiteit ontkennen, grote negatieve mentale gevolgen heeft;
  • Neem contact op met andere ouders van kinderen die bezig zijn met hun genderidentiteit. Met hen kun je ervaringen uitwisselen en tips vragen. Dit kan bijvoorbeeld bij GO van Transvisie;
  • Neem de gevoelens van je kind serieus en accepteer deze;
  • Blijf erover praten: vraag er af en toe naar, troost je kind als het zich droevig voelt, zoek contact en stel je open op;
  • Zoek contact met de school en bespreek hoe je kind daar de ruimte kan krijgen om zichzelf te zijn;
  • Laat je kind weten dat die – indien gewenst- ook contact kan zoeken met andere transgender kinderen. Dat kan via GO, bij Transvisie.