Wat kun je doen?
- Belangrijk is dat je kind steun van jou ervaart: spreek die letterlijk uit. Zeg dat je trots bent op je kind, dat je van je kind houdt zoals het is en dat je je kind steunt in de zoektocht naar diens identiteit.
- Blijf in gesprek: probeer het gesprek opnieuw te openen wanneer het stroef verloopt, eindigt met ruzie of wanneer je kind zich terugtrekt. Geef aan dat je er open voor staat, en erover door wilt praten, zo nodig op een ander, meer geschikt moment.
- Luister en vraag door zodat je kind de gelegenheid krijgt om alles te vertellen. Je hoeft geen oplossing te bieden, steunen is voldoende.
- Neem je kind serieus. Als het met zulke grote gevoelens bij je komt, heeft het daar waarschijnlijk lang over nagedacht.
- Doe ook andere dingen samen dan praten. Samen tijd doorbrengen en er gewoon zijn is belangrijk. En tijdens een wandeling of klus is het soms makkelijker praten dan formeel rond de tafel.
- Denk mee over de toekomst van je kind; wijs op rolmodellen en toon manieren waarop je kind zichzelf kan zijn.