Hoe aan je ouders vertellen?

De ‘makkelijkste’ manier is, om het gewoon te zeggen: pap, mam, ik ben lesbisch, of: ik ben een meisje (als je geboren bent als jongen bijvoorbeeld). Je kunt ook zeggen: ik val op mannen (als je een jongen bent), of: ik voel me vanbinnen geen meisje, maar een jongen. Kies woorden die bij je passen, zodat je het goed kan vertellen. Je kunt er een goed moment voor uitzoeken, een rustige avond, of in het weekend, zodat iedereen aandacht voor je heeft.

    Wat kun je nog meer doen?

    Als je eerst wilt polsen hoe ze erover denken, of indirect een signaal wil afgeven, kun je homoseksualiteit of transgender bespreken, zonder zelf uit de kast te komen. Vertel bijvoorbeeld over iemand die je kent die LHBTI+ is en kijk hoe ze hierop reageren. Of laat een tijdschrift of een informatiefolder op je kamer slingeren, misschien beginnen ze er zelf over.

    Je kunt ook iemand anders vragen om het aan je ouders te vertellen. Dat kan een zus, tante, oom of vriend(in) van je ouders zijn. Belangrijk is dat het iemand is die jij kunt vertrouwen en die jouw gevoelens begrijpt. Je kunt samen met je ouders praten, of die persoon vooruit sturen.

    Bedenk dat de meeste ouders goed reageren en jou (uiteindelijk) accepteren. Maar bedenk ook dat ouders vaak tijd nodig hebben. Dus dat het niet vreemd is, als ze niet direct positief reageren. Ze moeten wennen aan het idee.

    Kom je er thuis niet uit? Of reageren ze heel negatief? Dan kan je altijd hulp vragen van een hulpverlener, bijvoorbeeld het wijkteam of de jeugdzorg. Hulpverleners luisteren naar je en bedenken samen met jou hoe je het beste de problemen kunt aanpakken. Je kunt ook samen met je ouders terecht bij het wijkteam. En er is ook specifieke hulpverlening voor transgender jongeren en hun gezinnen.

    Niet vergeten

    • De meeste ouders wennen eraan.
    • Als je er met je ouders niet uitkomt, vraag dan hulp.
    • Kunnen je ouders er niet aan wennen? Vraag hulp van een hulpverlener of vraag hulp aan andere jongeren met deze gevoelens. Samen kun je bedenken hoe je ermee om kan gaan.