Mohamed

“Ik kan mij niet voorstellen dat er een God is, die mensen op aarde zet om hun leven zo moeilijk mogelijk te maken.”

Het verhaal van Mohamed

Ik heb altijd al geweten dat ik mij tot mannen aangetrokken voel. En mijn omgeving trouwens ook. Op mijn 19e had ik mijn eerste seksuele ervaring met een man. Ik was toen in de veronderstelling dat het een experimentele fase betrof. Dit veranderde een jaar later: ik werd namelijk voor het eerst verliefd op een man. Op dat moment drong het tot mij door dat ik gevoelens had voor een man en dus homo ben. Kort daarop vertelde ik dit aan mijn beste vriendin, broer en zus. Zij reageerden positief en begripvol. Zij vonden het echter jammer dat ik er heel veel moeite mee had. Toen ik bewust werd van mijn homoseksuele geaardheid, raakte ik namelijk in paniek. Ik kon het mij niet voorstellen om homo en gelukkig te zijn zonder mijn Marokkaanse familie hiermee te kwetsen. Ik accepteerde dan ook het feit dat het nodig was om een dubbelleven te gaan leiden.

Dit ging niet zonder slag of stoot: ik ben na een jaar in elkaar gestort. Kort daarop zocht ik hulp bij onder andere een psycholoog en een stichting voor lotgenoten. Ik wilde weten hoe zij met de situatie omgingen en om herkenning en troost te vinden. Door te praten met lotgenoten en mijn psycholoog, ben ik mij steeds beter en zekerder gaan voelen. Hierdoor heb ik de moed gehad om mijn moeder en de rest van mijn vriendenkring op de hoogte te stellen. Zij staan aan mijn zijde en willen mij gelukkig zien en accepteren mij volledig.  De enige persoon die het nog niet weet, is mijn vader. Dit blijft voorlopig ook zo. Sommige dingen hebben gewoon tijd nodig. Ik vind al dat ik in mijn handen mag knijpen dat ik door zoveel mensen wordt geaccepteerd en gesteund. Dit had ik nooit durven dromen.

Door in contact te komen met lotgenoten uit diverse kringen realiseer ik mij dat homo-acceptatie niet religieus of cultuurgebonden is. Hiermee bedoel ik dat er zelfs Nederlandse christenen dan wel atheïsten zich bij de groep hebben gemeld voor hulp. Ik heb altijd gedacht dat mijn gevoelens een soort aardse strijd is, waarin ik mij moet bewijzen voor God. Nu denk ik er anders over: ik kan mij niet voorstellen dat er een God is die mensen op aarde zet om hun leven zo moeilijk mogelijk te maken. God houdt van al zijn creaties.